Directeur van het Rode Kruis in gesprek met schoolleider over waarden, transparantie en betrokkenheid
TEKST MARIJKE NIJBOER
Marieke Grijpma (39) is sinds vier jaar directeur van Obs Meander in Heiloo, een school met 185 leerlingen. Zij is via het cross-mentoring-programma van de AVS en NL2025 gekoppeld aan Joke van Lonkhuijzen (61), directeur van het Nederlandse Rode Kruis.

Wat trekt Marieke Grijpma aan in het cross-mentoringprogramma?
Marieke Grijpma: “Met deze uitwisseling wil ik mijn blik verruimen. Zo’n kennismaking met een totaal andere wereld zet je aan het denken, je gaat met andere ogen naar je onderwijs en je eigen organisatie kijken. Bij het district Amsterdam Amstelland van het Rode Kruis vertelden medewerkers hoe zij met noodhulp, voedsel en cadeaubonnen de armoede in de grote stad proberen te verzachten. Het Rode Kruis doet ontzettend veel, daar had ik geen idee van.”
Hoe typeer je Meander?
MG: “Meander is een solide school met een duidelijke structuur. De leerkrachten gebruiken methodes, maar leggen ook eigen accenten. We willen de kinderen de juiste handvatten meegeven, cognitief maar ook op het punt van levensvaardigheden. Als voormalig vakleerkracht gymnastiek stimuleer ik het bewegend leren. We doen elke dag wel een beweegactiviteit, liefst buiten, bijvoorbeeld bij het repeteren van de tafels of maken van een dictee. Onze school wil een plek zijn waar kinderen zich veilig voelen. We hopen dat zij later terugkijken en vinden dat ze een toptijd hebben gehad, dat ze bij ons zichzelf mochten zijn en veel vrienden hebben gemaakt.”
Wat trekt Joke van Lonkhuijzen aan in het programma?
Joke van Lonkhuijzen: “Ik vind het fijn om mijn kennis over organisatiemanagement te delen en ik ben geïnteresseerd in het primair onderwijs. Oók omdat ik grootmoeder ben. Nu zie ik van binnenuit in wat voor soort omgeving mijn kleinkinderen les krijgen. Ik ben ook benieuwd naar de dilemma’s die spelen op de basisschool.”
Wat voor organisatie is het Rode Kruis?
JvL: “De organisatie heeft zeven grondbeginselen, waaronder onafhankelijkheid en neutraliteit. Daarnaast hanteert het Rode Kruis een aantal kernwaarden. Zoals: if you oppose, you propose. Met andere woorden: als je ergens tegen bent, doe dan een tegenvoorstel. Een andere kernwaarde is: ‘open up’. Die staat voor: vraag om uitleg als je iets niet begrijpt. Sinds de uitbraak van covid groeide het vrijwilligersbestand van 40.000 naar 118.000 mensen. Elke nieuweling gaat ‘door de wasstraat’, een grondige kennismaking met deze uitgangspunten.”
Zo’n kennismaking met een totaal andere wereld zet je aan het denken
Marieke Grijpma, schoolleider OBS Meander, Heiloo
Wat valt Marieke op aan het Rode Kruis?
MG: “De transparantie. In het onderwijs zijn we geneigd om elkaar te sparen. Vanwege de lieve vrede zeggen we dingen maar niet. Maar we zijn een professionele organisatie en dan is het helemaal niet gek om samen afspraken te maken over hoe we met elkaar willen omgaan. Daarnaast zet de inzet van vrijwilligers bij het Rode Kruis me aan het denken. Wij doen als team heel veel zelf. We hebben een ouderraad, maar ook daarbuiten zijn er veel mensen die iets willen betekenen. Dat werkt naar twee kanten: het helpt de school, maar je doet mensen daar ook een plezier mee. Zij voelen zich dan nuttig en gezien. Daar wil ik over gaan sparren met anderen.”

“Ceo’s zijn gewend
aan een eigen
personal assistant,
die houden het hier
geen dag vol.”
Marieke Grijpma, schoolleider
Obs Meander in Heiloo
Wat valt Joke op bij Meander?
JvL: “Ik vind de dynamiek en de betrokkenheid van de leerkrachten bijzonder. Marieke kent alle kinderen bij naam. Als je deze school binnenkomt, word je als kind omsloten door veiligheid en echte aandacht. Dat is heel belangrijk; juist in de covid-tijd kan de school veel betekenen in de opvoeding en vorming. Niet ieder kind heeft thuis een veilige omgeving en ouders die de lesstof kunnen uitleggen. Zelf geef ik leiding aan 118.000 vrijwilligers, maar het onderwijs is een andere tak van sport. Ik zag de kinderen vandaag zingen en dansen en dacht: hier staat de nieuwe generatie die mij verzorgt als ik in een verpleeghuis kom. Maar hoe komen ze daar, hoe geef je ieder kind de juiste aandacht? Dat is echt een vak apart.”
Hoe geef je ieder kind de juiste aandacht? Dat is echt een vak apart
Joke van Lonkhuijzen, directeur van het Nederlandse Rode Kruis
Wat neemt Marieke als schoolleider mee van het Rode Kruis?
MG: “Onder andere de manier waarop zij ervoor zorgen dat hun medewerkers de normen en waarden van de organisatie met zich meedragen. Het Rode Kruis heeft die zwart op wit gezet en reikt ze aan alle medewerkers uit. Dat neem ik zeker mee. Ik zit in de werkgroep personeel van ons bestuur, ISOB, en wij zijn van plan om een gedragscode te ontwikkelen. Bij het Rode Kruis zie je daarbij één lijn, van boven naar beneden door de hele organisatie heen. Dat is een uitdaging, want het gaat om ontzettend veel vrijwilligers, met wie Joke als directeur niet allemaal een directe lijn heeft. Bij ISOB zit de uitdaging in de grote verscheidenheid aan scholen. Binnen ons bestuur wordt de eigenheid van de scholen ook erg gewaardeerd. Tegelijkertijd wil je wel dat iedereen het hart van je organisatie uitdraagt. Het zou mooi zijn als wij daarin ook allemaal één lijn kunnen trekken.”
Wat zijn de overeenkomsten tussen Meander en het Rode Kruis?
MG: “Het Rode Kruis heeft zich in no time aangepast aan de covid-situatie: waar is hulp nodig en waar springen wij in? Wij moesten ons onderwijs ook ineens aanpassen. Een non-profit organisatie is net als een school per definitie niet heel slagvaardig. Maar we hebben allebei wél de transitie gemaakt. We zagen de urgentie en gingen ervoor. Dat lukte bij hen en bij ons dankzij de welwillendheid van alle medewerkers: huppekee, we gaan dit met z’n allen aanpakken.”
JvL: “Ook de school krijgt soms, net als het Rode Kruis, te maken met kwetsbare mensen. Het zorgen voor en omkijken naar een ander zit bij ons allebei in het DNA. Wij zoeken kwetsbare mensen op die de taal niet spreken, in garageboxen leven of geen onderdak hebben, en helpen hen om weer verder te kunnen. Leraren hebben de intrinsieke motivatie om kinderen op te leiden en klaar te stomen voor de volgende stap.”
GM: “Als ik hoor dat bepaalde kinderen het moeilijk hebben gehad, gun ik hen een plekje in een van onze klassen. Onze groepen zijn sterk, ze pakken deze kinderen op en nemen ze mee. Op Meander en andere basisscholen waren kinderen die, om welke reden ook, thuis niet konden leren, welkom op school. Zo konden zij toch profiteren van de aandacht en structuur van het schoolleven. JvL: “Iets vergelijkbaars hebben wij geregeld voor een aantal beroepskrachten, mensen die alleen woonden en vertelden dat ze zich eenzaam voelden en last kregen van somberheid. Deze medewerkers mochten op kantoor werken.”

Zijn er overeenkomsten in de stijl van leidinggeven?
JvL: “Marieke kent de kinderen, loopt door de school en spreekt ze even aan. Ik doe ook aan management by walking around. Ik bezoek vaak projecten van ons. Marieke en ik zijn samen gaan kijken bij een stichting die wordt gerund door twee kanjers van vrouwen die 350 gezinnen voorzien van boodschappen. Je moet niet alleen maar managen vanachter je bureau, maar zien wat er gebeurt op de werkvloer en ervoor zorgen dat iedereen zijn werk kan doen.”
Heeft Joke een ander beeld gekregen van het onderwijs?
JvL: “Zeker, en dat geldt denk ik voor meer mensen, want tijdens de covid-periode is het werk van leerkrachten, net als dat van verpleegkundigen, ineens veel zichtbaarder geworden. Ik denk dat we allemaal inmiddels beter beseffen dat leerkrachten echte professionals zijn. Maar zij moeten functioneren in een systeem dat niet op alle punten deugt. Ik heb de indruk dat het ministerie van Onderwijs teveel bepaalt. De leerkrachten moeten het veel meer voor het zeggen krijgen.”

“Ik vind de
dynamiek en de
betrokkenheid van
de leerkrachten
bijzonder.”
Joke van Lonkhuijzen,
directeur van het Nederlandse
Rode Kruis
Is het schoolleiderschap iets voor deze ceo?
Eén van de doelen van dit cross-mentoringprogramma is om chief executive officers uit het bedrijfsleven te laten proeven van het schoolleiderschap, in de hoop dat dit smaakt naar meer.
JvL: “Ceo’s hebben een groot ego, en dat maakt je, denk ik, in principe ongeschikt voor het schoolleiderschap. Maar wil je emotioneel verrijkt worden, dan is een overstap naar het onderwijs misschien een idee. Ik gun Marieke wel iets meer ruimte om na te denken over strategie. Je bent soms een manusje van alles.”
GM (grinnikt): “Ceo’s zijn gewend aan een eigen personal assistant, die houden het hier geen dag vol. Maar er is een beweging binnen het basisonderwijs, niet alleen voor meer salaris maar ook voor meer zeggenschap en regie bij schoolleider en leerkracht.”