In actie voor meer leefbaarheid
Als je een wijk hebt waar kinderen veilig kunnen spelen, waar volop voorzieningen zijn en je allemaal een fijn dak boven je hoofd hebt, dan zal het op school ook beter gaan. De veerkracht van de wijk heeft zo zijn weerslag op leerprestaties en het welbevinden. Dat is één van de thema’s waarin schoolleider Wilco Nijland en Melanie Maatman, directeur-bestuurder van een woningcorporatie, elkaar vinden.
TEKST MARIJKE NIJBOER
FOTOGRAFIE JOSHUA ROOD

Wilco Nijland (54) is directeur van basisschool ARS en De Morgenster, beide scholen staan in Hardenberg. Op 1 januari 2022 stapt hij over naar een ander bestuur en een andere basisschool. Melanie Maatman (51) is sinds drie jaar directeur-bestuurder van woningcorporatie Mijande Wonen in de gemeenten Twenterand en Dinkelland.
Maatman: “Veel mensen die in mijn sector werken, zitten daar al heel lang. Ik heb zelf in verschillende sectoren gewerkt en hecht erg aan de wisselwerking, het vrije associëren en het verbreden van je wereld. Wat ik op die manier leer, pas ik toe in mijn werk. Ik lees niet zo gauw boeken over management, maar uit zo’n uitwisseling haal ik veel. Ik ken de onderwijswereld alleen als moeder van een kind van elf en als voorzitter van de ouderraad. Ik vind het leuk om een kijkje in de keuken te nemen.”
Nijland: “Ik volgde een master Educational leadership. Daar hoorde een uitwisseling bij en ik heb toen, mede omdat mijn zoon op Sint Maarten zat, meegelopen met een manager van het hotel waar hij werkte. Dat was zó verhelderend en leidde tot zo veel nieuwe inzichten. Daardoor was ik meteen enthousiast over deze uitwisseling.”
Wat typeert jouw scholen, Wilco?
Nijland: “Ouders kijken steeds minder naar identiteit en meer naar kwaliteit. Daarom hebben we met beide scholen goed gekeken waarmee we ons kunnen onderscheiden. De school ARS werkt met het leerconcept ‘leren van binnenuit’. We werken door de hele school met kernkwaliteiten, zoals ‘behulpzaamheid’ of ‘zelfstandigheid’. Hierbij betrekken we ook de ouders. De Morgenster biedt unitonderwijs. We geven de kinderen onderwijs op maat. Ze krijgen les en werken samen met kinderen uit andere leerjaren. Het onderwijs is de hele dag door thematiserend. We hopen zo het eigenaarschap en zelf denken te stimuleren.”
Wat is een belangrijk thema tijdens jullie ontmoetingen?
Nijland: “De samenstelling en veerkracht van de wijk en onze rol daarin. Ik zit in een commissie met drie basisscholen, de gemeente, kerken en andere sleutelfiguren uit de omgeving. We zien de voorzieningen teruglopen en de problematiek in de wijk toenemen. De commissie bespreekt welke mensen we kunnen mobiliseren om te zorgen dat deze wijk weer gaat bloeien.”
Maatman: “Wanneer je iets in een wijk wil bereiken, is het goed de woningcorporatie daarbij te betrekken. Deze organisaties hebben allemaal wijkconsulenten en sociaal consulenten, die zich richten op de problematiek achter de voordeur. Helaas zijn het onderwijs en de woningcorporaties nog niet vanzelfsprekend elkaars partners. Ha, ik zie Wilco dit meteen opschrijven! Maar goed, die consulenten weten wat er speelt en hebben vaak potjes voor leefbaarheid. Wij hebben huurwoningen in de wijken staan en de kinderen uit die huizen zitten bij jullie op school. We moeten elkaar veel meer zien te vinden, zodat we onze krachten kunnen bundelen.”
We moeten elkaar veel meer zien te vinden, zodat we onze krachten kunnen bundelen
Melanie Maatman, directeur-bestuurder woningcorporatie
Wat haal je concreet uit dit contact?
Maatman: “Vorige week had ik een werkbijeenkomst waarvan ik dacht: ‘dit is echt iets voor Wilco.’ Gelukkig kon hij erbij zijn. Het samenwerkingsverband van de Twentse woningbouwcorporaties hield een middag over ‘het sociaal domein’. Er was onder andere een docent van Saxion Hogescholen, die vertelde hoe je een moreel beraad organiseert. Dat kun je doen bij een moreel dilemma: je bekijkt de casus samen, van alle kanten en met behulp van een vast format. Daarna kom je tot een besluit. Wilco maakte een opmerking die ons op een nieuw spoor zette. Hij vroeg: ‘Gaan jullie na verloop van tijd ook kijken hoe je besluit heeft uitgepakt?’ Toen werd het stil. Daarna zeiden mensen: ‘dat is een heel goed idee!’.’
Nijland: “Wij werken al langer met het moreel beraad. Als je een lastige beslissing hebt genomen waar een bepaalde groep niet blij mee is, kan het goed zijn om na verloop van tijd nogmaals om tafel te gaan met dezelfde mensen. Dan kijk je samen of het besluit van toen echt zoden aan de dijk heeft gezet. Bij een woningcorporatie gaat het over zaken als uithuisplaatsing, bij ons op school gaat het eerder over grensoverschrijdend gedrag of conflicten met ouders.”
Zo’n uithuiszetting kan een lastige beslissing zijn…
Maatman: “Inderdaad. Als een gezin langdurig de huur niet betaalt, kan een uithuiszetting in beeld komen. Terwijl je als corporatie weet dat er meervoudige problematiek speelt, bijvoorbeeld niet alleen schulden maar ook verslaving. Er wonen schoolgaande kinderen in dat huis. Als je ingrijpt, heeft dat invloed op het hele gezin. Wat is juist om te doen? Als we van de rechter toestemming krijgen, mag je zo’n familie het huis uitzetten maar is dat het meest verstandige? Met dat soort dilemma’s heeft Wilco ook te maken: je wil of moet ingrijpen, maar wikt en weegt omdat je het juiste wilt doen. De casus en regelgeving zijn anders, maar hij en ik maken dezelfde soort afwegingen.”
We zien de voorzieningen teruglopen en de problematiek in de wijk toenemen.
Wilco Nijland, schooldirecteur
Wat heb jij van Melanie geleerd?
Nijland: “Wat mij heeft geholpen, is hoe Melanie omgaat met ziekteverzuim. Hoe ga je als leidinggevende om met collega’s die langdurig thuiszitten? Ik heb tweewekelijks telefonisch contact met deze mensen. Melanie gaat soms spontaan naar hen toe. Waarom heb ik dat niet zelf bedacht? Ik ben dat gaan doen en het werkt enorm goed. Even langsgaan en een kop koffie drinken, daardoor raak je meer betrokken bij elkaar.”
Zien jullie verschillen in aanpak?
Maatman: “Ik heb een staf die mij op veel terreinen ondersteunt. Ik werk bij een relatief kleine corporatie, maar ik heb een communicatieadviseur, beleidsadviseur, P&O-adviseur en een bestuurssecretaris. Wilco noemt zichzelf een duizenddingendoekje.”
Nijland: “Het is vooral de administratie die me nekt. Ik kan beroep doen op een administrateur, maar die moet ik delen met de rest van de stichting. Op mijn beide scholen lopen de mailboxen voortdurend vol. Daar ben ik veel tijd aan kwijt. Een administratieve kracht die mijn agenda beheert, mails en post voorselecteert, zou enorm helpen. Verder heb ik op de ene school één dag een conciërge en op de andere school drie dagen. Die collega werkt bij ons via de Participatiewet. Een uitstekende regeling voor beide partijen.”
Maatman: “Als het gaat om het inschakelen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, loopt Wilco voorop. Maar als het gaat om ondersteuning krijgen zodat hij zijn werk kan doen, komt hij er heel bekaaid vanaf.”
Wat gaan jullie de komende ontmoetingen doen?
Maatman: “Ik zie nu al veel meer raakvlakken dan ik verwachtte. Het kan best zijn dat we na nog een paar bijeenkomsten nog een tandje dieper gaan en dat Wilco mij bijvoorbeeld uitnodigt om aan te schuiven bij een directieoverleg, zodat ik weet wat daar speelt. Ik ben ook benieuwd hoe Wilco de overstap naar zijn nieuwe school gaat beleven. Ik vind het interessant om dat vanaf de zijlijn mee te maken.”
Nijland: “Ik voelde me bijna verantwoordelijk om een opvolger aan te dragen, maar het bestuur zei: ‘Daar moet jij je niet druk om maken’.”
Maatman: “Ik heb bij het UWV gewerkt en daar was de mores dat het niet kies is om je eigen opvolger aan te wijzen. De kans is groot dat je iemand zoekt die op jou lijkt, terwijl het voor de organisatie beter kan zijn als er een frisse wind gaat waaien.”
Nijland: “Ik heb als schoolleider de afgelopen jaren iets uitgestippeld en ik hoop dat het door blijft gaan. Dat het niet ineens afbreekt. Het kan niet zo zijn dat met mijn vertrek het hele concept ineens verdwijnt. Als het goed is, waakt het team daar ook over.”
Maatman: “Precies. Mijn voorgangers waren vrij directieve bestuurders. Zelf hecht ik aan eigenaarschap. Ik probeer een omgeving te creëren waarin mensen zich uitgenodigd voelen om te leren, om dingen aan te pakken. Ik probeer mensen zo op te voeden dat ze eigenwijs worden, zodat ze wanneer er na mij een directieve bestuurder wordt aangesteld massaal zeggen: ‘zo werken wij hier niet.”
Raden jullie anderen cross-mentoring aan?
Nijland: “Ik zou het iedereen gunnen. Ik ken een aantal directeuren, die mijn verhaal hoorden en geïnteresseerd zijn.”
Maatman: “Bij mij gaat dat net zo. Ik vertelde over cross-mentoring tijdens een bijeenkomst met collega’s en ik zag mensen opveren. Dat gebeurde opnieuw toen Wilco die opmerking plaatste bij die bijeenkomst over het moreel beraad. Zo’n terloopse opmerking kan je je ineens bewust maken van je eigen blinde vlek.”
Dit artikel verscheen in Kader, hét vakblad voor leidinggevenden in het funderend onderwijs van de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS). Jaargang 27, nummer 4, december 2021.